Op 8 april is het zover: de opening van de expositie Zeur Niet!. Deze tentoonstelling, samengesteld door onderzoeker Sanne Thierens, in samenwerking met het Allard Pierson in Amsterdam, is te bezichtigen tot en met 30 oktober 2022. De inspiratie voor Zeur Niet! was Sanne’s boek Mjoeziekul, over hoe Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink de musical in Nederland op de kaart zetten. In een tocht door verschillende zalen wordt de bezoeker meegenomen op een tijdreis langs de producties van dit tweetal, die in de jaren 60, 70 en 80 zeven Nederlandse musicals uitbrachten. Sanne vertelt hoe het project tot stand is gekomen en wat we ervan kunnen verwachten.
Zeur niet?
Hoewel de expositie al begin 2021 had moeten openen, ter gelegenheid van Schmidt’s 110e verjaardag, werd het uitgesteld vanwege Covid-19. Sanne: “Er was toen wel de mogelijkheid om het uit te breiden. Nu is het een tentoonstelling van wel negen zalen geworden – dat was een fijne bijkomstigheid!”
Maar wat kunnen bezoekers verwachten van deze expositie? “Het gaat over de musicals van Schmidt en Bannink, maar het is ingebed in een groter verhaal over de Nederlandse musical en de musical an sich”. De expositie begint met een overzicht van Nederlandse musicals. “Een highlight van musicals die in Nederland zijn geproduceerd, waarbij ook objecten en decorstukken samen bijeenzijn gezet en n een tijdlijn die dat grafisch vorm geeft,” zegt Sanne. Daarna wordt er specifiek ingegaan op de musicals van Schmidt en Bannink. “Die producties komen één voor één aan bod.”
De titel van de tentoonstelling Zeur Niet! is niet alleen pakkend, het is ook “één van Annie’s bekendste liedjes uit de musical Heerlijk duurt het langst,” legt Sanne uit. “Het was de eerste professionele Nederlandse musical van formaat. Dat was wel echt een mijlpaal.”
Kostuums, programma boekjes & protest affiches
Hoe bepaal je wat je allemaal laat zien tijdens een expositie? Sanne: “Ik heb gekeken naar wat er zoal aan materialen was. De vraag is dan wat je ermee kan vertellen. In huis waren er vooral veel kostuums, decors en kostuumontwerpen en natuurlijk zaken zoals programmaboekjes en affiches van de musical. We hebben ook behoorlijk wat bruiklenen uit het Theaterarchief in Gorinchem, omdat er stukken ontbraken in de collectie van het Allard Pierson.”
De producties van Schmidt en Bannink worden ieder vanuit een specifiek thema belicht. Sanne: “Bij ‘Heerlijk duurt het langst’ gaat het vooral om wat het betekent dat dit de eerste grote Nederlandse musical productie was. Hierbij laat ik bijvoorbeeld brieven zien van de producent: over hoe hij naar Engeland ging, keek wat er daar aan musicals werd gemaakt en een vergelijking trekt met Schmidt en Bannink’s musical. Bij ‘Foxtrot’ daarentegen wordt de maatschappelijk kritische kant meer belicht. Het is geschreven in de jaren 70, toen er een homo-emancipatie gaande was en de strijd voor abortus tot een kookpunt kwam. Dat laten we zien met historische foto’s en protestaffiches.”
De legacy van Schmidt & Bannink
Sanne geeft aan hoe belangrijk het is dat het erfgoed van Schmidt en Bannink bekend blijft binnende podiumkunsten: “Goede musicalmakers weten waar ze vandaan komen en kunnen daarop voortborduren. Ze kennen hun klassiekers en de traditie. Ik vind het belangrijk om de traditie te kennen. Niet om je daaraan vast te houden, maar omdat je dan kan kijken of het een voorbeeld voor je kan worden, of dat je er juist vanaf gaat wijken.”
Sanne wijst erop dat de “ legacy” van het musicalduo ook belangrijk is voor nieuwe Nederlandse musicals. Ze hoopt dat theatermakers zich laten inspireren door hun culturele erfgoed: “Schmidt en Bannink, dat is echt onze Nederlandse musicaltraditie. Met hen begon het en ze hebben een kwalitatief sterke, unieke stijl, zoals bijvoorbeeld de combinatie van maatschappelijk engagement met een Broadway-achtige look. Ik denk dat we kunnen leren van die maatschappelijke betrokkenheid, ook als theatermakers. Het is bijzonder dat we zo’n eigen musicaltraditie hebben.”
Digitalisering van materialen
Sanne vertelt over dozen vol oude foto’s, gevonden in het depot van het Allard Pierson: “Sommige foto’s had ik nog nooit gezien. Dat zijn heel leuke vondsten!” Het digitaliseren van archiefmateriaal is daarom erg belangrijk volgens Sanne: “Ik heb de musicals nooit gezien, omdat ik toen nog niet was geboren, maar door het materiaal dat bewaard is gebleven heb ik er toch een indruk van. Het digitaliseren van archiefmateriaal voorkomt dat het vergeten wordt.” Ook geeft ze aan dat het afspelen van muziek en beelden de tentoonstelling levendiger maakt. “Dat kon vóór de digitalisering van het materiaal natuurlijk niet.”
Ook voor het samenstellen van de expositie bleek de digitalisering van archiefmateriaal erg nuttig. “De scripts zijn een paar jaar geleden al gedigitaliseerd. Dat kwam nu goed van pas: het vergemakkelijkt het zoekproces. Audio- en videomateriaal zijn speciaal voor deze tentoonstelling gedigitaliseerd. Je kan zien wat er op een videoband staat door het in de catalogus te bekijken, je hoeft het niet eerst in de recorder te stoppen en helemaal door te spitten. Dat maakt het werk efficiënter.”
Koppeling naar het heden
“De laatste zaal kijkt naar het heden. Waar zijn we nu met de emancipatie van de Nederlandse musical?” Er worden bijvoorbeeld interviews getoond waarin Nederlandse producenten, acteurs, dansers en vormgevers – van vroeger en nu – vertellen over hun ervaringen in de podiumkunsten en reflecteren op de werken van Schmidt en Bannink. Sanne: “We gaan die zaal grotendeels grafisch invullen. We laten daarnaast video’s zien over verschillende thema’s en de zaal wordt bekleed met tekeningen die deze thema’s verder tot leven brengen.”
Na de expositie
Na de tentoonstelling gaan de objecten en rekwisieten weer terug naar het depot van Allard Pierson en het archief in Gorinchem. Het digitale materiaal zal bewaard worden en op aanvraag beschikbaar zijn voor hergebruik. Maar voordat het zover is, kunnen we eerst naar de expositie Zeur Niet! om het bijzondere culturele erfgoed te bekijken. Sanne: “Het gaat een heel kleurrijke, vrolijke tentoonstelling worden met veel muziek. Ik hoop dat de bezoekers er vrolijk van zullen worden!”