De gedeelde ontwerppraktijk van Miriam van der Lubbe en Niels van Eijk viert dit jaar haar 25-jarig bestaan. In de afgelopen kwart eeuw heeft hun bedrijf, Van Eijk & Van der Lubbe, de nodige ontwikkelingen doorgemaakt. Waar ze zich aanvankelijk vooral richtten op het maken van stoelen, tafels, tassen en kledingstukken, begonnen die autonome producten langzaamaan plaats te maken voor meer dienstbare ontwerpen: interieurs van kantoorgebouwen, bijvoorbeeld, maar ook van tentoonstellingen. Niels vertelt: “De afgelopen jaren zijn we nóg een stuk opgeschoven. We houden ons nu bezig met strategisch ontwerp, waarbij we ons niet alleen op het hier en nu richten, maar ook vooruit kijken: hoe zou een product of omgeving er in de toekomst uit kunnen zien?”
Die verschuivingen in hun ontwerppraktijk –van autonome producten naar interieurs naar vergezichten– hebben zich vertaald in een groot en divers archief. Meerdere garageboxen en een schuurzolder zijn tot de nok gevuld met materiaalproeven, tekeningen, maquettes en eindproducten. “Eigenlijk wil je alle materialen bewaren in de juiste klimatologische omstandigheden”, zegt Niels. “Maar ons materiaal is zó divers, dat dat niet altijd haalbaar is. We komen niet weg met standaard zuurvrij doosjes van 30 bij 40 bij 50 centimeter.” Afgelopen herfst besloten ze deel te nemen aan Het Archieftraject, dat wordt begeleid door Podiumkunst.net en het Netwerk Archieven Design en Digitale Cultuur (NADD). “Ons archief begon zich steeds verder uit te dijen, zowel fysiek als digitaal. We wisten: hier moeten we iets mee.”
Struinen door je archief
Het is de office manager van Van Eijk & Van der Lubbe, Pien van de Schoot, die de afgelopen maanden naar de workshops en bijeenkomsten van het traject ging. “Daar stelde ze veel vragen, maar kreeg ze ook veel vragen toegeworpen”, vertelt Niels. Die kwamen via haar tevens bij Niels en Miriam terecht, en gezamenlijk zochten ze naar antwoorden, naar een visie op hun archief. “Er werd niet gezegd hoe je met je archief om moest gaan, maar je werd wel gedwongen na te denken hoe je er zelf mee om zou willen gaan.”
En zo maakten ze stappen. Tijdens het traject stelden Niels, Miriam en Pien een lijst criteria op waar een object of –materiaal aan zou moeten voldoen om bewaard te blijven. Met dat protocol onder hun arm struinen ze deze dagen door hun opslagruimtes. “Eén vraag die we ons bij elk archiefitem dat we tegenkomen stellen is bijvoorbeeld: is dit iets dat wij hebben ontworpen, of is dit iets dat anderen hebben gemaakt en wij enkel hebben toegepast?”
Neem de vele samples van materialen die ze binnenkrijgen tijdens het ontwerpen van interieurs. “Die hebben we altijd bewaard, maar daardoor is ons archief op een gegeven moment ontploft”, zegt Niels. “Nu kunnen we zulk materiaal weggooien: we hebben immers niet zelf iets bijgedragen aan die samples, maar ze enkel gebruikt voor onze ontwerpen.” Door zulke voorwaardes vooraf vast te leggen, kun je tijdens een bezoek aan je archief er makkelijker voor kiezen iets weg te gooien; je hoeft er minder lang bij stil te staan. De lijst met criteria is nog in ontwikkeling: “We willen bijvoorbeeld ook iets opnemen in het protocol over hoeveel we van een bepaald object willen bewaren. Soms hebben we producten in grote oplage gemaakt. Moeten we er dan één, twee, of tweehonderd van bewaren?”
Tijdens het traject leerden ze dat het helpt om jezelf steeds zulke heel concrete vragen voor te leggen. Toch voorziet Niels dat het niet altijd makkelijk voor ze zal zijn om zich te houden aan de afspraken die ze met zichzelf maken. “We zijn net begonnen met het toepassen van ons protocol en nu lopen we al tegen de nodige vragen aan.” Soms staan ze bijvoorbeeld voor een object dat, wanneer ze hun eigen regels volgen, niet relevant is om te bewaren. “Maar dan denken we: goh, toch jammer om weg te gooien, want het was zo leuk om te maken!”, vertelt Niels. Wat doe je dan? Pas je je eigen criteria aan? Of maak je een keer een uitzondering? “Aan de ene kant vind ik dat we onszelf moeten toestaan uitzonderingen te maken. Maar aan de andere kant: als je één keer zo’n uitzondering maakt, is de kans groot dat het 38 keer misgaat.”
Structuur aanbrengen
Naast opruimen wil Van Eijk & Van der Lubbe ook structuur aanbrengen in de verschillende opslagruimtes, waarbij duidelijk wordt waar wat staat en wat de dwarsverbanden tussen de verschillende tekeningen, materiaalproeven en eindproducten zijn: hoe verhouden ze zich tot elkaar? Wat is hun context? Voor welk project zijn ze gemaakt? “Het zou fijn zijn als we één document hebben waarop al die informatie zichtbaar is. Miriam en ik zijn de constante factor in onze studio, maar verder is het natuurlijk een komen en gaan van mensen. Het is goed om nieuwe werknemers een helder overzicht te kunnen geven van onze praktijk over de jaren.”
Hoewel ze het archief dus in de eerste plaats voor zichzelf in orde willen maken, kan Niels zich voorstellen dat ze het op termijn ook ontsluiten voor andere geïnteresseerden. In de vorm van een publicatie, bijvoorbeeld. “In 2010, toen we ruim tien jaar bestonden, hebben we een boek gemaakt over onze projecten tot dan toe. Ik kan me best voorstellen dat we over een tijdje nog een boek maken.” Ze zien tijdens het traject geregeld vergeten projecten voorbij komen: “Dan denk ik nog wel eens: verrek, datgeen waar we het toen over hadden, speelt nu! Het is grappig om te zien dat sommige ontwerpen van twintig jaar geleden in de hedendaagse context nóg meer tot hun recht komen.”
“Omdat onze coach inhoudelijk veel weet over archiveren, en wij inhoudelijk natuurlijk veel weten over ons eigen werk, konden we op een fijne manier de staat van ons archief bespreken.”
- Niels van Eijk
Niels zou Het Archieftraject ook aan andere ontwerpers aanraden. “Heel veel ontwerpbedrijven hebben net als wij aan één stuk gewerkt. Je moet het maar aandurven om al die jaren aan materiaal opnieuw te bekijken en te ontsluiten. Om jezelf steeds opnieuw de vraag te stellen: wil ik dit nog bewaren? En hoe? Wat ga ik weggooien?” Toch merken wij dat het goed is om te doen, zegt hij. De persoonlijke begeleiding van hun coach Brandy Sanmoeradi helpt daarbij. “Omdat zij inhoudelijk veel weet over archiveren, en wij inhoudelijk natuurlijk veel weten over ons eigen werk, kunnen we op een fijne manier de staat van ons archief bespreken. Er zit een prettig leeg veld tussen onze beide posities; zo kunnen we samen een visie formuleren en vervolgstappen bepalen.”
door Marsha Bruinen
Het Archieftraject
Het Archieftraject is een professionaliseringstraject voor culturele instellingen en makers waarbij zij leren hoe ze zorg kunnen dragen voor hun archief. Hoe breng ik in kaart wat ik in huis heb? Hoe organiseer ik het eenvoudig? En wat komt er bij kijken als ik het wil delen met anderen, zoals collega’s, onderzoekers, andere makers of publiek? Dit zijn allemaal vragen waar de deelnemende design-, digitale cultuur- en podiumkunst-organisaties antwoord op krijgen gedurende vijf maanden.
Het huidige Archieftraject loopt van november 2022 t/m maart 2023. De acht deelnemende organisaties zijn: Kluster5 (muziek), K&A (theater (multidisciplinair)), O. (opera / muziektheater), Stichting Misha Mengelberg (muziek), Richard Niessen (design), Studio Van Eijk & Van der Lubbe (design), FIBER (digitale cultuur) en The Beach (design).
Wil jij met jouw organisatie deelnemen aan het volgende Archieftraject? Lees meer over wat je te wachten staat en meld je aan!